Al eerder bespraken we op dit blog de journalistieke kwaliteiten van AD scribent Koen Voskuil, die het toen presteerde om de met zijn geheugen worstelende fantast en voormalige jongenshoer Bart van W. als betrouwbare getuige te presenteren en op basis hiervan de suggestie te wekken, dat er in Nederland sprake zou zijn van een “pedonetwerk” met allerlei sinistere vertakkingen naar de overheid. Een fantasieverhaal dat vooral het gevolg was van een innige samenwerking van Voskuil met de Roestige Spijker, een stichting die zich ten doel stelde met behulp van lastercampagnes de financiële belangen van de familie Poot te dienen.
Nu komt hij weer met het oude sprookje van Manuel Schadwald aanzetten, een jongen die in 1994 uit Berlijn verdween. Een zaak die overigens ook de warme belangstelling van Jan Poot had, die er nog over adverteerde in het Haarlems Dagblad. Want Joris Demmink. En alweer eindigt dit stuk met de sensationele conclusie dat de politie en justitie deze zaak “onder het tapijt geschoven” zouden hebben, daarmee natuurlijk de suggestie van datzelfde “pedonetwerk” wekkend. “De politie en AIVD ontvingen veel meer aanwijzingen dan naar buiten gebracht”, meldt Voskuil. Maar is dat eigenlijk wel zo?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.